Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [55]Hij zal de [56]mensen [57]aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk mij niet heeft [58]gebaat; 55. Namelijk, die krank door Gods weldaad gezond geworden zijnde. Anderen verstaan dit van God, omdat in vs.28, hetwelk hier aanhangt, voor mijn ziel, en mijn leven, sommigen lezen, zijn ziel, zijn leven, en zetten deze woorden aldus over: Hij, te weten God, ziet op de mensen, en [zo daar iemand] zegt: Ik heb gezondigd, enz., zo zal Hij zijn ziel verlossen, dat hij niet ga in het verderf, en zijn leven zal het licht zien. 56. Die hij begeert te stichten met de belijdenis zijner zonden en de verkondiging der genade Gods aan hem bewezen. 57. Dat is, hij zal zich bij dezelve voegen en daarmede vergezelschappen. 58. Zijnde daarom met een zware ziekte gestraft geweest. Het Hebreeuwse woord is in deze betekenis genomen Esth.3:8, en Esth.5:13.